Inloggen
ANNA - ID 16234


Kroniekberichten

Datum 22 november 1871
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Veendam, 20 november. Het te Nieuwe Pekela thuisbehornde schip ANNA, kapt. C. Beumee, is op zijn reis van Newcastle naar Triëst de 13e dezer door een Engels barkschip overzeild en gezonken. De equipage, uitgenomen de kapitein en zijn vrouw, zijn door een stoomboot gered en op 16 november te Duinkerken aan de wal gezet. (opm: zie ook NRC 231171 en ZZN 021271)

Afbeelding
Datum 23 november 1871
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Veendam, 20 november. Het schip ANNA, kapt. Beumee, van Newcastle naar Triest, is 13 dezer door het Engelse schip EDWIN FOX, kapt. Black, overzeild en gezonken. De kapitein en diens vrouw zijn daarbij omgekomen. De overige equipage benevens drie kinderen van de kapitein zijn gered en te Duinkerken aangebracht (opm: zie ook ZZN 021271).

Afbeelding
Datum 02 december 1871
Krant ZZN - Zierikzeesch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

(geen plaats of datum) Dezer dagen is het schoenerschip ANNA, kapitein C. Beumee, van de Pekela, door aanzeiling in het Kanaal vergaan. Aan de Veendammer Courant meldt men de volgende bijzonderheden omtrent die ramp.
In de avond van 13 november 1871, tussen 7 en 8 uur, terwijl de gehele bemanning op het dek was, had de samenstoting met de Engelse bark plaats, die men, door over stag te gaan, nog ontwijken wilde, doch in volle vaart in de zijde kreeg. De bark zeilde het Engels Kanaal uit, de schoener in. Daar het eerste schip een groot vaartuig was, duchtte men al dadelijk de ergste gevolgen. De bemanning sprong dus over; alleen de kapitein en zijn echtgenote bleven op de schoener, waar de kinderen te kooi lagen. De te Veendam wonende stuurman H. Lukkien had vóór het overspringen gelukkig nog de tegenwoordigheid van geest gehad, twee kinderen te vatten. Eén ontviel hem echter, doordien hij een wond aan het been bekwam. Nauwelijks aan boord van de bark, bemerkte hij ook het kind reeds, dat hem ontvallen, doch door andere hulp gelukkig ook overgekomen was. De echtelieden, nog aan boord van de op de zijde der bark dobberende schoener, hadden het derde kind nog bij zich. De stuurman Lukkien wierp de vader in haast een lijn toe, waaraan een haak bevestigd was. Aan de lijn werd het kind vastgebonden en nu door hem tegen de balk opgehaald en zo ook behouden. Toen sloegen beide schepen, die met de tuigen in elkander waren geweest, van elkander af. Op de dringende vertogen van de stuurman zou een boot in zee worden gelaten; doch, terwijl men hier mee bezig was, geraakte een stuk van de persenning in de blokschijf en maakte het takelwerk ongangbaar. Zo wilde dit redmiddel niet vlotten en werd het onmogelijk verder hulp te verlenen.De schoener, zeer geramponeerd door de aanzeiling, zonk onmiddellijk dieper en dieper. Eensklaps werd hij met de beide echtelieden in de diepte verzwolgen en allen stonden als verplet van schrik en ontzetting.
De bark bracht de geredden te Duinkerken aan, vanwaar de stuurman met de drie kinderen, van hun ouders beroofde wezen, dinsdagsavonds bij de familie in Veendam arriveerde.

Afbeelding