Inloggen
ANTJE SLEESWIJK - ID 14061


Kroniekberichten

Datum 01 december 1848
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Kroonstad, 17 november. De golf alhier is in alle richtingen tot aan de vuurtoren met vast ijs bedekt, uitgenomen een kleine opening over de haven. Van de uitgezeilde schepen bevinden zich nog 24 tussen de haven en de vuurtoren in het ijs, waaronder ANTJE SLEESWIJK, kapt. De Jonge, naar Amsterdam, HESPERUS, kapt. De Jong, naar Bordeaux, en CUBA, kapt. Blanchard Jr, naar Elseneur. Van de binnengekomen schepen GOUVERNEUR BARON VAN ZUIJLEN VAN NEIJEVELT, kapt. Regoort, EMILIE, kapt. Heikema, beide van Amsterdam, MARGARETHA, kapt. Wijkmeijer, en ROBERT, kapt. Dieckert, beide van Rotterdam, zijn lichters met goederen alhier achter gebleven.

Afbeelding
Datum 02 december 1848
Krant DC - Dordtsche Courant

Volgens brief van Croonstad van 17 november was de golf in alle richtingen tot aan de vuurtoren met vast ijs bedekt, uitgenomen een kleine opening tegenover de haven. Van de uitgezeilde schepen bevonden zich nog 24 tussen de haven en de vuurtoren in het ijs, waaronder de schepen ANTJE SLEESWIJK, kapt. J.L. de Jong, naar Amsterdam; HESPERUS, kapt. S.B. de Jong, naar Bordeaux; ALMADE, kapt. F. Bartlett, en CUBA, kapt. S. Blanchard Jr., beide naar Elseneur.

Afbeelding
Datum 19 november 1852
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Het schip ANTJE SLEESWIJK, kapt.de Jong, te Lemmer tehuis behorende en van Antwerpen naar Croonstad, is de 5 november te Reval wegens tegenwind en mist binnengelopen.

Afbeelding
Datum 27 november 1852
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Reval (opm: Tallinn), 16 november. Onder meer andere zal alhier overwinteren moeten het Nederlandse kofschip ANTJE SLEESWIJK, kapt. De Jongen.

Afbeelding
Datum 20 mei 1854
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Nogmaals ontlenen wij uit een heden ontvangen schrijven van een kapitein uit Galatz d.d. 1 mei het volgende:
Het laden om uit te voeren had de 19e maart te Galatz geheel opgehouden. Alle schepen lagen de afloop hunner ligdagen af te wachten, toen er de 27e april verlof gegeven werd gedurende een week te laden en de doodse stilte nu eensklaps weder werd vervangen door leven en beweging. Nederlandse schepen waren er te Galatz zes, die tijdens het schrijven van de brief alle beladen waren, n.l. de ANTJE SLEESWIJK, kapt. L. de Jong, GEZINA JANTINA, kapt. Pronk, HILLECHIENA, kapt. S. Hooghout, CERES, kapt. P.R. Doijes, MEVROUW WINKEL, kapt. J.J. van der Veen, en ETTJE BERG, kapt. H. Post.

Afbeelding
Datum 22 november 1857
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 21 november. Directeuren van de hier ter stede gevestigde Zuid-Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen hebben in hun laatst gehouden vergaderingen besloten te doen uitreiken:
Aan kapt. G.G. Smit, voerende het Nederlandse kofschip ANTJE van Pekel-A, voor het redden op 20 november 1856 van de equipagien van de kofschepen ANTJE SLEESWIJK, kapt. L.J. de Jonge en HENDRIKA ANNECHINA, kapt. K.K. de Boer, die elkander hadden aangezeild en in zinkende staat verkeerden (opm: zie NRC 041256), de grote zilveren medaille.
Aan kapt. Henry Todges, van het Engelse smakschip SEBASTOPOL, van Hull, voor het redden op de 20e maart 1857 bij hevig stormweer van de equipage van het in zinkende staat zijnde Nederlandse kofschip JACOBA CHRISTINA, kapt. J.G. van der Ploeg, de zilveren medaille (opm: zie NRC 270357).

Afbeelding