|
Rotterdam, 9 december. Volgens een op heden alhier ontvangen particulier schrijven van Zierikzee d.d. gisteren morgen 8 ure, is het op 7 dezer op de Banjaard gestrande schip, de alhier te huis behorende schoener AFRIKAAN, kapt. J. Quispel, met een lading palmolie van St. George d'Elmina, laatst van Dartmouth, naar Rotterdam bestemd. Het schip zit schuins van de vuurtoren van Schouwen en dus op een gevaarlijke plaats. Er bestaat echter nog enige hoop om het af te brengen en daartoe was al het mogelijke in het werk gesteld. Van Zierikzee en Bruinisse waren onmiddellijk vaartuigen afgezonden om te lichten, doch door stilte en mist van gisterenmorgen konden deze, wanneer de gelegenheid zo bleef, de strandingsplaats niet bereiken. De reddingskotter, die op het vernemen van het ongeluk dadelijk naar de plaats vertrok, lag op een kwartier afstands van het schip en de boot van de kotter op zijde ervan. De equipage bevond zich nog aan boord. Kapt. Quispel had zich in het Kanaal van een loods voorzien. N.B. Volgens een later ontvangen bericht uit Brouwershaven (2 uur, 45 minuten namiddag) is de equipage door de reddingschokker aldaar geland, zomede waren er 29 fusten palmolie, 12 olifantstanden, 3 trossen en enige zeilen aangebracht. Het schip was gebroken, doch zat nog in zijn geheel. Men ging voort met lossen. (opm: zie de diverse hierna volgende berichten)
|