Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
In het Stadsarchief van Amsterdam is een bijlbrief (inventarisnr. 5081-7147-80) van de kof “De Jonge Willem”, gedateerd Grouw juni 1804, eigenaar Claas Piers Sjollema, meesterscheepstimmerbaas te Grouw, gevoerd door kapitein IJsbrand Jops te Ameland. Het schip werd verkocht aan W.Methorst Willemsz te Amsterdam
Bijzonderheden: op 11 maart 1814 werd een Nederlandse zeebrief voor de JONGE WILLEM, nog steeds kapt. IJsbrand Jops, te Amsterdam aangevraagd. Volgens rederij-cedule waren toen de eigenaren I. Calcoen, W. Calcoen, W.E. Methorst, W. Methorst Willemsz., Pieter Bek, Wed. D. Smith & Zoon & CO,, Jac.Hend.Eickhoff en P.H. Bousquest. 113
In het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevinden zich monsterrollen op naam van IJsbrand Jobs op de:
“Vr. Cornelia”. dd 02 april 1783; 09 september 1783; 18 april 1785; 10 augustus 1785; 27 maart 1786; 31 juli 1786; 20 februari 1787; 19 april 1788; 21 augustus 1788 en 22 april 1789;
Jonge Willem”, 10 mei 1814; 25 november 1814; 06 oktober 1815; 09 mei 1817; 15 september 1817; 09 maart 1818; 24 september 1819;
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 18 november 1815
Amsterdam, 16 november. In de nacht tussen de 24e en 25e oktober is bij Strömstad gestrand en vol water geraakt het kofschip DE JONGE WILLEM, kapt. Y. Jobs, van Amsterdam naar Koningsbergen; men was bezig de goederen beschadigd te bergen.
Rotterdamsche Courant 30 november 1815
Amsterdam, 28 november. Wegens het bij Stromstadt gestrand schip de JONGE WILLEM, kapt. Y. Jobs, van Amsterdam naar Koningsbergen gedestineerd, wordt in een brief van Stromstadt, van den 9e november, gemeld, dat hetzelve in de nacht, tussen de 4e en 5e dito, van de rots waarop het vast zat, in een diepte van 14 vadem waters neder gestort was, zo, dat er geen waarschijnlijkheid was om iets meer van de lading te bergen, van de geborgen goederen waren die, welke zonder verdere schade niet bewaard konden worden, verkocht.
Rotterdamsche Courant 21 januari 1819114
Amsterdam, 19 januari. Den 7 januari is te Quimper, wegens contrarie wind, in goede staat binnengelopen het schip de JONGE WILLEM, kaptein Y. Jobs, van Hamburg naar Bordeaux.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.Y.Jobs is in het Inschrijfregister van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop" ingeschreven met vlagnummer 92. Toegevoegd is de opmerking "bedankt"002. In de Algemene Ledenvergadering van het college op 07 december 1824 werd Pieter IJsbrands Jobs, oud 30 jaar, wonende op Ameland, adres bij de heer Bohlman op Droogbak, met vlagnummer 92 aangenomen als effectief lid op voordracht van B.Smeengh023
P.Y.Jobs was met vlagnummer R68 in de periode 1843 t/m 1854 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 mei 1833 wordt een brief vermeld van W.P.Jobs geb. Hayes die namens haar haar man P.Y.Jobs een verzoek om onderstand.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 juni 1833 wordt aan de weduwe W.P.Jobs, geboren Hayes een gratificatie in eens van f 50,- toegekend.042. (is dit de moeder van Pieter IJsbrand?)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 februari 1840 staat het volgende bericht: “Kapitein P.IJ.Jobs berigtende Schipbreuk te hebben geleden en hierdoor ongemakken te hebben bekomen die hem waarschijnlijk voor de Zeevaart ongeschikt zullen maken.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 maart 1840 staat de mededeling dat aan P.IJ.Jobs wegens schipbreuk een maand gage is toegekend.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 juli 1843 wordt een gratificatie van f 40,- toegekend aan P.Y.Jobs.042.
In de vergadering dd 03 juni 1845 vraagt P.IJ.Jobs om onderstand en in de vergadering dd 25 september 1845 krijgt hij een gratificatie van f 25,-.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 april 1846 staat het bericht van Pieter IJ.Jobs dat hij zijn contributie niet kan voldoen en derhalve genoordaakt is zijn lidmaatschap op te zeggen. Hij vraagt tevens om een jaarlijkse uitkering. Het Bestuur noteert de opzegging maar “het verzoek om uitkeering gehouden buiten deliberatie.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering 25 mei 1848 wordt een gratificatie van f 10,- toegekend aan W.P.Jobs, de huisvrouw van P.Y.Jobs. Wederom een uitkering van f 10,- uit de bussen op 26 april 1849. Wederom f 20,- op 27 maart 1850 uit de bussen met de opmerking “doch haar berigtende dat zij hierop voor het vervolg niet moet rekenen.”042.
In de Bestuursvergadering dd 26 september 1850 wordt aan W.P.Hayes, de weduwe van P.Y.Jobs, f 15 – toegekend als bijdrage in de begrafeniskosten.042.
Op 29 januari 1852 krijgt W.P.Hayes, de weduwe van P.Y.Jobs weer een uitkering van f 10,- uit de bussen. Idem f 10,- per 30 december 1852. Idem per 08 december 1853. Idem per 30 november 1854. Op 29 november 1855 een gratificatie van f 5,- uit de bussen. Weer f 5,- per 29 januari 1857.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 28 oktober 1845 staat de mededeling dat aan P.Y Jobs een gratificatie is toegekend ad f 25, -. Eveneens melding van gratificaties ad f 10,- in de notulen van 27 juni 1848 en 15 mei 1849. In de notulen dd 26 april 1850 is sprake van een gratificatie ad f 20,- aan de weduwe van P.Y.Jobs (kennelijk is kapitein inmiddels overleden). In de notulen dd 22 oktober 1850 is er een brief van W.P.Hayes, de weduwe van kapitein P.Y.Jobs, die bericht dat haar man is overleden en verzoekt om “eenige onderstand verzoekende tot de begravenis”. Zij krijgt f 15,-. In de notulen van 24 februari 1852 krijgt zij wederom een gratificatie van f 10,- Idem in de vergaderingen van 25 januari 1853 , 27 december 1853, en 12 december 1854, 08 januari 1856 i.c. f 10,- aan de weduwe P.Y.Jobs geboren W.P.Hayes, 24 februari 1857 f 5,-. In de notulen dd 09 juni 1857 staat vermeld dat een verzoek om uitkering door P.Jobs (dus 1 initiaal) van de hand is gewezen.023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
92 1825-1831 kof De Jonge Willem J.E.Lublink
1831-1835 geen vermelding van schip en boekhouder
51 1836 geen vermelding van schip en boekhouder
1837-1839 kof Elisabeth Jacoba Tromp J.S.Tromp te Woudsend
1840-1845 geen vermelding van schip en boekhouder
P.Y.Jobs was van 1838-1840 gezagvoerder van de kof "Elisabeth Jacoba Tromp" van rederij J.S.Tromp te Woudsend. Volgens van Sluijs013 staat er in het Handelsblad van 8 november 1839 een bericht dat op 02 november 1839 de kof gestrand is ten zuiden van Cromer. De equipage werd gered en het schip is gebarsten. Een groot gedeelte van de lading is geborgen. (Jobs is dus tot eind 1839, en niet tot in 1840 zoals Bouma025 opgeeft, gezagvoerder van dit schip geweest).
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) van 1849 en 1851 komt kapitein J.Y.Jobs met vlaggnummer R68 wèl voor maar zonder vermelding van schip of reeder058.
Bouma025 vermeldt J.Y.Jobs als gezagvoerder gedurende:
* 1827 t/m 1835 van de kof “Jonge Willem”, gebouwd in 1824, bouwplaats niet vermeld, 150 ton o.m., varend voor J.E.Lublink te Amsterdam;
* 1838 t/m 1840 van de kof “Elisabeth Jacoba Tromp”, gebouwd in 1804, bouwlocatie niet vermeld, 180 ton o.m., varend voor J.S.Tromp te Woudsend. Het schip is in 1840 gestrand bij Cromer;
* 1844 t/m 1847 van het 3/mschip “Piet Hein”, gebouwd in 1830 te Delfshaven, 360 ton o.m., varend voor Colin Campbell te Rotterdam. Het schip werd in 1847 verkocht naar Batavia.
Bouma025 vermeldt een kapitein Yobs (zonder initialen) als gezagvoerder gedurende:
* 1852 op het 3/m schip “Osiris”, gebouwd in 1840 te Dordrecht, 975 ton o.m., varend voor F.&.J.van Wageningen te Dordrecht.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Pieter IJsbrands Jobs als gezagvoerder van de:
“Jonge Willem”, dd 01 november 1820; 09 juni 1821; 10 maart 1822; 28 mei 1823; 25 september 1823; 22 maart 1825; 28 juli 1826; 14 mei 1827; 09 oktober 1827; 19 april 1830;
“Elizabet Jacoba Tromp”, dd 05 april 1836; 22 juni 1837; 22 september 1837; 27 maart 1838.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 20 februari 1821114
Amsterdam, 18 februari. De Hollandse hoeker de VROUW ELISABETH, kapt. C. van Gelderen, van Alicante naar Amsterdam, is den 13 januari, 18 dagen reis hebbende, bij Kaap Gate (opm: Cabo de Gata), gepraaid door kapt. P.IJ. Jobs (opm: schip de JONGE WILLEM), te Barcelona gearriveerd.
Rotterdamsche Courant 27 februari 1821114
Amsterdam, 25 februari. Kapt. P.IJ. Jobs, voerende het schip de JONGE WILLEM, dacht volgens brief van Barcelona, van den 10 februari, in het laatst der volgende week van daar naar Vinaros, Benicarlo en Alicante, en vervolgens naar Amsterdam te vertrekken.
Rotterdamsche Courant 24 november 1821114
Amsterdam, 22 november. Het schip de JONGE WILLEM, kapt. P.IJ. Job, den 11 november van Kadix (opm: Cadiz) in Texel binnen, is den 21 dito van de quarantaine ontslagen.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Heukers was met vlagnummer R148 in de periode 1829 t/m 1833 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1833 van het College (Gemeentearchief van Rotterdam, J/126) staat vermeld dat hij in 1833 is overleden058.
In het Jaarverslag 1835 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Rekening Courant de mededeling dat het kind van wijlen J.Heukers voor de laatste 2½ jaar een uikering krijgt van f 50,-. In 1837 en 1837 is de uitkering jaarlijks f 20,-, in 1838 f 22,60, in 1839 t/m 1841voor jaarlijkse ondestand èn schoolgeld f 30,40058.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Heukers als gezagvoerder gedurende:
* 1829 t/m 1831 van de kof “Volharding”, gebouwd in 1804, bouwplaats niet vermeld, 100 ton o.m., varend voor de Wit & Lennaerts te Amsterdam. Het schip werd in 1837 geveild te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Siebe Tjeerds de Boer werd geboren te Limmen op 18 november 1801.
Hij huwde met Janna Cornelisdr Jans, geboren te Groningen op 29 november 1803. 003.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
S.Tj.de Boer, adres Coopman de Witte Lenaerts, werd met nr.374 effectief lid van Zeemanshoop per 28 januari 1834 op voorspraak van K.IJ.Parma. Zijn schip was de “Pauline”002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van 21/28 januari 1834 van het College Zeemanshoop werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Siebe Tjeerds de Boer, oud 35 jaar, met als adres Coopmans en de Wit & Leenaerts te Amsterdam, voerende de kof Paulina, op voordracht van kapitein S.IJ. Parma. Zijn vlagnummer werd 374023.
Siebe T. de Boer werd per 16 juni 1840 deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop en later geroyeerd.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
374 1834-1835 kof Paulina J.E.Lublink
261 1836-1844 kof Paulina idem
1845-1849 kof Paulina geen opgave
1850-1852 geen opgave van schip en boekhouder
76 1853-1873 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt S.T. de Boer als gezagvoerder gedurende:
-
1834 t/m 1847 van de kof “Paulina”, gebouwd in 1817 te Joure, 206 ton o.m., varend voor J.E.Lublink & Co te Amsterdam. Het schip voer in (vermoedelijk) 1848 voor Visser & v/d Sande te Dordrecht en was herdoopt in “Helena”;
-
1848 t/m 1852 van de kof “Paulina”, gebouwd in 1827 te Joure, 146 ton o.m., varend voor G. van Hoogstraten & Zn te Dordrecht.
In het Schepelingenregister (Archief van de Waterschout), toegang 391, in het Rijksarchief van Noordholland staat in 1849 een Siebe Tjeerds de Boer met de schoenerkof “Paulina”.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jan Bakker werd geboren op 15 januari 1822 te Veendam als zoon van de schoenmaker Jan Cornelis Bakker en Grietje Jans Kwant.
Jan trouwde op 22 november 1850 te Veendam als zeeman met Ikien Hindriks Lodewijks, geboren op 01 oktober 1824 te Wildervank als dochter van de koopman Hindrik Jans Lodewijks en Bonje Germs Boon. Ikien overleed op 15 augustus 1902 te Oosterdiep, gem. Veendam, 77 jaar.
Jan Jans overleed op 30 juni 1906 te Veendam, 84 jaar, weduwnaar, zonder beroep.
In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Jan vermeld als zeeman in 1850, als schipper in 1851, 1852, 1856, als zeeman in 1857, 1860, 1865, 1866, als werkman in 1895, als wegarbeider in 1902 en zonder beroep in 1906
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
Jan J.Bakker was effectief lid van het zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” te Veendam met vlagnummer K8 resp 178 in de periode 1852 t/m 1860
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.J.Bakker als gezagvoerder gedurende:
* 1851 t/m 1853 van de kof “Helena” ex Paulina, gebouwd in 1817 te Joure, 156 ton o.m., varend voor Visser & v/d Sande te Dordrecht
Bouma oppert bij de vermelding van de “Paulina” onder kapitein S.T. de Boer de mogelijkheid dat het schip al in 1848 onder kapitein J.J.Bakker voer.
In de Almanak voor Zeevarenden 1852 uitgegeven door het Groninger college “Eendragt” wordt voor het College uit Veendam het lid Jan J.Bakker vermeld als gezagvoerder van de “Paulina” met vlagnummer K8.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
22 februari 1838, kof “Vriendschap”, schipper Barteld Jurjens de Boer, kok Jan Jans Bakker uit Veendam.
20 februari 1843, kof “Jacoba Hazewinkel”, schipper Jan Germs Boon, matroos Jan Jans Bakker.
10 februari 1844, kof “Agina Uindina”, schipper Geert Simons Brouwer, matroos Jan Jans Bakker.
15 februari 1845, kof “Agina Uindina”, schipper Geert Simons Brouwer, matroos Jan Jans Bakker.
07 februari 1846, schip “Agina Uindina”, schipper Geert Simons Brouwer, stuurman Jan Jans Bakker.
30 januari 1847, schip “Agina Uindina”, schipper Geert Simons Brouwer, stuurman Jan Jans Bakker.
02 februari 1850, kof “Vriendschap”, schipper Roelf Remkes Sap, stuurman Jan Jans Bakker.
01 april 1853, rondgatschoener “Gezusters Boll”, schipper Abraham Hendriks Engelsman, stuurman Jan Jans Bakker, 31 jaar uit Veendam.
23 januari 1858, schoenerkof “Alberdina”, schipper Johannes Hindriks Lodewijks, stuurman Jan Jans Bakker, 36 jaar uit Veendam.
08 februari 1862, galjoot : Aaltje Brongers”, schipper Engel Kuperus, stuurman Jan Jans Bakker, 40 jaar uit Veendam.
14 maart 1870, kof “Alberdina”, schipper Johannes H. Lodewijks, stuurman Jan Jans Bakker, 45 jaar uit Veendam.
15 februari 1873, galjoot “Ida Engelsman”, schipper Hero Hindriks Duintjer, stuurman Jan Jans Bakker, 51 jaar uit Veendam.
30 januari 1875, galjoot “Ida Engelsman”, schipper Hero Hendriks Duintjer, stuurman Jan Jans Bakker, 53 jaar uit Veendam.
Overige bijzonderheden
Geen.
Familiegegevens en opleiding
N.van der Wal werd per 21 december 1859 met vlagnummer H28 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Helena", boekhouder niet vermeld. Geen opgave van de wijze van contributiebetaling en van eventuele echtgenote.
"Blijkens missive ad 18 juni 1861 van den Heer C.Teves Alhier ... boekhouder van het kofschip Helena Kapt N.v.d.Wal is deze gezagvoerder ... op zijne reis van Memel naar Harlingen in den nacht van 3/4 October 1860 in de buitengronden van Terschelling, op genoemd schip met man en muis vergaan, nalatende zijne vrouw Elisabeth Ploeg overleden den 5 October 1860 blijkens acte van den Burgerlijke Stand der Gemeente Harlingen nalatende een Zoon Luitje genaamd, geboren den 27 September 1860 welke zoon ... aanspraak heeft op een uitkering van ¦500,- ..."028-fol.054.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Hij was met vlagnummer H28 lid van het College in de periode 1855-1860034.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H28 1855-1860 kof Helena Zeilmaker & Co, Harlingen
in de nacht van 3/4 oktober 1860 in de buitengronden
van Terschelling met man en muis vergaan034
Bouma025 vermeldt N.L. v/d Wal als gezagvoerder gedurende:
* 1855van de kof “Zeelust”, gebouwd in 1810 te Groningen, 104 ton o.m., varend voor O.Akkerboom te Harlingen;
* 1856 t/m 1860 van de kof “Helena”, ex Paulina, gebouwd in 1817 te Joure, 156 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. In oktober 1860 op Ameland verongelukt.
Overige bijzonderheden
Geen
|