Familiegegevens en opleiding
Michiel Dirks Spreeuw werd gedoopt te Den Burg op Texel 17 maart 1787 als zoon van de zeeman Dirk Michielsz Spreeuw en Cornelisje Kleun.
Michiel trouwde op 23 oktober 1819 te Texel als koopvaardijkapitein met Maartje Dijt, geboren ca. 1791 te Texel als dochter van de landeigenaar Hendrik Dijt en Martje Hendriks Boom.
“ Heden overleed, aan verval van krachten, in den ouderdom van ruim 66 jaren, Mejufvrouw MAARTJE DIJT, Weduwe van den Heer Michiel Spreeuw.
AMSTERDAM 4 maart 1858 Strekkende deze tot algemeene kennisgeving.”
Annoncecollectie Centraal Bureau voor Genealogie
Michiel overleed op 15 augustus 1854 te Amsterdam en werd begraven op het RK kerkhof bij de kerk De Liefde in Amsterdam
Hij vestigde zich in Amsterdam. Het echtpaar had geen kinderen en liet een vermogen van f 240.000 na. Ook stichtten zij het familiehuisje in de Molenstraat in Den Burg.
Hij is tijdens zijn reizen overvallen door een kaperkapitein, die na het inzien van zijn papieren, hem verder ongemoeid heeft gelaten. Hij sprak: "mijn familie besteel ik niet"; het bleek zijn neef te zijn (Jan Sluijs).
Ook is er een dubbele woning met ingemetselde steen, waar de namen van hem en zijn vrouw op staan, gebouwd alleen voor behoeftige familie.Hij was zeer gefortuneerd.
Mede ontleend aan http://www.genealogieonline.nl/genealogie-gomes/I24651.php en aan www.wiewaswie.nl
Op 1 maart 1837 wordt, na het overlijden van de tweede vrouw van Hessel Murk Lels, het toeziend voogdijschap van de vier minderjarige kinderen van Hessel Murk Lels en zijn eerste vrouw “toegekend aan Michiel Spreeuw, beschreven als goede vriend binnen het gezin, oud koopvaardij kapitein”.
Uit: Geslachtslijst familie Lels en Lelsz” Berend Lels Krimpen aan de IJssel. Uitg.Lelsz Lels Stichting 1998 223pp. Gegevens op p.106/107.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.Spreeuw was lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blaauwe Vlag” en wel in 1827 t/m 1830 met vlagnummer 41 en van 1832 t/m 1840 met nummer 13008.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt M.Spreeuw als gezagvoerder gedurende:
-
* 1819 t/m 1821 van het fregat “Argyle”, bouwgegevens ontbreken, varend voor Faesch & Co te Amsterdam;
-
* 1824 t/m 1825 op het 3/m schip “Wilhelmina”, gebouwd aan de Oostzee in 1820, 388 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar.
In het Archief van de Amsterdamse Waterschout011a bevindt zich monsterrollen op naam van kapitein Michiel Spreeuw op de
“Onderneeming”dd 07 april 1814;
“Planter”, dd 12 april 1815 en 01 november 1815;
“Pouline”, dd 06 augustus 1816; 24 juli 1817 en 20 april 1818;
“Constantia”, dd 01 mei 1818;
“Argyle”, dd 28 september 1818, 16 april 1819 (zie hierna); 15 november 1819; 06 september 1820 en 28 maart 1821
38-110 16 april 1819, fregat Argyle, kapitein Michiel Spreeuw, Nederlandse vlag, bestemming Suriname, boekhouders Faes & Co, 17 bemanningsleden, waaronder de opperstuurman Dirk Spreeuw van Texel en de onderstuurman Piter Kooger van Texel.
“Kolonist”, 08 oktober 1821;
“Strever”, dd 12 april 1822; 10 oktober 1822;
“Wilhelmina”, dd 10 september 1824; 23 april 1825; 21 april 1826 en 09 oktober 1826.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 06 september 1817114
Overzicht van uit- en binnenzeilende schepen Texel en Vlie:
Amsterdam, 4 september. Sedert onze laatste zijn in Texel …. uitgezeild M. Spreeuw … naar Surinamen, …
Rotterdamsche Courant 24 maart 1818114
Amsterdam, 22 maart. Te Surinamen is gearriveerd J. van Ulphen; dezelve dacht in het begin van februari de terugreis aan te nemen, te gelijk met het schip PAULINE, M. Spreeuw; het schip de PLANTER, R. Gabriëls, zou mogelijk half januari zeilen.
Rotterdamsche Courant 25 april 1818114
Amsterdam, 23 april. Volgens berichten uit het Nieuwe Diep, zoude het schip PAULINA, gevoerd bij kaptein M. Spreeuw, van hier naar Surinamen gedestineerd, door een onbekend toeval in de brand en geheel afgebrand zijn, zo men zegt, zoude één man en de kajuitsjongen het leven erbij verloren hebben.
Rotterdamsche Courant 28 april 1818114
Amsterdam, 26 april. Het Fregatschip PAULINE (opm: in RC 250418 en LC 280418 geschreven als PAULINA), kapt. M. (opm: Michiel) Spreeuw, van Amsterdam naar Surinamen gedestineerd, in de haven van het Nieuwe Diep liggende, heeft den 22 april, des avonds, op zijde gekregen het ligterschip van Simon Koorn, de vorige dag van Amsterdam vertrokken, uit welke het de plunje van de equipagie, benevens twee vaatjes buskruit heeft overgenomen; de volgende ochtend ten vier uren ontdekte de wacht aan boord van de PAULINE brand, die, zo het scheen, in de kajuit ontstaan was en ondanks alle aangewende pogingen ter blussing zodanig toenam, dat een half uur later de gezegde vaatjes buskruit vuur vatten en in de lucht vlogen; de bodem is tot het water toe afgebrand, en men heeft slechts een klein gedeelte van de takelagie kunnen bergen; de equipagie heeft zich gered, doch de voormalige stuurman van kaptein Spreeuw wordt vermist.
Rotterdamsche Courant 17 september 1818114
Amsterdam, 15 september. De schepen CONSTANTIA, kapt. M. Spreeuw, en DE HARMONIE, kapt. H.J. de Bloom, den 12 september in Texel binnengekomen van Surinamen, zijn beide den 31 juli van daar vertrokken, tegelijk met de schepen SPECULATION, kapt. Thomas Pietersz; de VRYHEID, kapt. Rinse Sjeerd Rinses; JOHANNA PHILIPPINA, kapt. Willem de Boer; AURORA, kapt. Albert Ahlers; IGNATIA EN JENNY, kapt. Jan Nobel; en CATHARINA ANNA HELENA, kapt. Freerk Machielsen; naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 01 april 1819114
Amsterdam, 30 maart. Kaptein M. Spreeuw, voerende het schip ARGIJLA, den 26 maart in Texel van Surinamen binnen gekomen, is den 13 februari van daar gezeild, en zou veertien dagen later gevolgd worden door het schip de STREEVER, kapt. Pieter Pietersen, mede naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 23 september 1819114
Amsterdam, 21 september. Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen M. Spreeuw van Surinamen; dezelve ligt nog in het gat ten anker; kapitein Doeksen van Archangel, L.G. de Lange van Drontheim, H.H. Bleeker van Veere en M. Sanne van Dramme.
Rotterdamsche Courant 30 maart 1820114
Amsterdam, 28 maart. Te Surinamen zijn gearriveerd Z.M. oorlogs-korvette DE KOMEET, kapitein-luitenant Blom, van Helvoet, laatst van de kust van Guinea (opm: zie RC 010220); M. Spreeuw, in 56 dagen, en R.C. Saide, in 45 dagen, van Amsterdam;
te Demerarij H. Holger, hebbende uit hoofde van slecht weêr en tegenwinden 5 weken en drie dagen reis van Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 01 juni 1820114
Amsterdam, 30 mei. Kapitein Spreeuw heeft den 26 mei, 8 mijlen oost van de Goeree, in goede staat gepraaid het schip de VEREENIGING, kapt. A. Roos, den 23 dito uit Texel naar Surinamen gezeild.
Rotterdamsche Courant 25 juli 1822114
Amsterdam, 23 juli. Van Surinamen zoude half juni vertrekken het schip INDUSTRIE, A. Brons, naar Rotterdam; den 15 juli het schip HENRIETTE, J.E. Schneebeke, naar Amsterdam, en ultimo juli de schepen MARIA, F.H. Zeijlstra, HARLINGEN, L. Buisman; IPENRODE, A.F. Oosterlo, GODEFRIDA, H. Hansen; de STREVER, M. Spreeuw, MARIA FREDRIKA (opm: brik MARIA FREDERICA), W. Swart; CONCORDIA, W. Groen en l’AUGUSTE, J. Hulsen Jr, alle mede naar Amsterdam, en HYPERION, H.S. Bruinsma, naar Rotterdam.
Rotterdamsche Courant 27 maart 1823114
Amsterdam, 25 maart. Het schip DE STREVER, kapt. M. Spreeuw (opm: fregat, ex TWEE VRIENDEN, kapt. Machiel Spreeuw), met suiker en katoen van Suriname naar Amsterdam, is, volgens brief van de Nederlandse consul te Boulogne-sur-Mer, in dato 22 dezer, die nacht op de kust van Lornel (opm: monding Canche-rivier), tussen Boulogne en Etaples, gestrand. Het schip zat met de eb onder water, zodat van hetzelve en van de lading denkelijk niet veel geborgen zou worden. Het volk is gered en onder quarantaine gesteld.
Amsterdamsche Courant 11 april 1825114
Texel, 9 april. De wind ZZO. Binnengekomen: TWEE GEBROEDERS, kapt. J. Mortier, van Hull; TRUSOSTRE, kapt. O.S. Bioness, van Drammen; voorgaats WILHELMINA, kapt. M. Spreeuw, van Suriname…..
Amsterdamsche Courant 12 april 1825114
Texel, 10 april. De wind O. Stil. Binnengekomen: WILHELMINA, kapt. M. Spreeuw, van Suriname; DE AREND, kapt. H. Elbring, van Londen; VERWACHTING, kapt. S, de Vries, van Liverpool…..
Amsterdamsche Courant 28 september 1825114
Amsterdam, 26 september. Door Alkmaar zijn langs het Noord-Hollandsche Kanaal gepasseerd: Den 18 september TROMP, kapt. R.T. Nolles, van Riga naar Amsterdam; WILHELMINA, kapt. Spreeuw, van Suriname naar Amsterdam; D' ANDIJ, kapt. H.J. Gibs, van Liverpool naar Alkmaar; 20 dito, ST. NICOLAAS, kapt. Okke Olferts, van Cette, laatst van Gibraltar naar Amsterdam; 22 dito, THE FOUR BROTHERS, kapt. W.P. Dixon, van Boston naar Amsterdam; 24 dito, de ZAANVLIET, kapt. Olfert Sijmons, van Bayonne naar Amsterdam; TENERIFFE PACKET, kapt. J.J. Lausen, van St. Cruz de Teneriffe, naar Amsterdam.
Amsterdamsche Courant 15 november 1825114
Texel, 13 november. Binnengekomen: VREDE EN VRIJHEID (opm: kof), kapt. F.A. Lammers, van Drammen.
Uitgezeild: Zr.Ms. oorlogscorvet TRITON, kapt. luit. van Dura en ONDERNEMING, kapt. M. Lels, beide naar Batavia; JUFVROUW AAGJE, kapt. K.H. Ruijl, WILHELMINA, kapt. M. Spreeuw, ELISABETH CORNELIA, kapt. P.H. Bos, NOORD-HOLLAND,…
Rotterdamscche Courant 01 april 1826114
Amsterdam, 30 maart. Kapitein M. Spreeuw, voerende het schip WILHELMINA, van Suriname naar Amsterdam, meldt in dato den 21 dezer, uit Het Kanaal, bij Douvres, dat hij aldaar den 12 aangekomen was en nog ten anker lag, na den vijf februari, tegelijk met het schip IPENRODE, kapt. A.F. Oosterlee, van Suriname vertrokken te zijn; de aanhoudende sterke NO wind verhinderde hem de reis te vervolgen.
Amsterdamsche Courant 08 mei 1826114
Texel, 5 mei. MINERVA, kapt. M.C. Brandt en LOUISA, kapt. E.A. Bakker, beide van Koningsberg; SVANOEN, kapt. L. Krogh, NEPTHUNES, kapt. E.J. Swart en ANNA MARGARETHA ELISABETH, kapt. J. Mareussen, alle drie van Drammen; 2 SÜSTRE, kapt. L. Holst, van Holmstrand.
Uitgezeild: WILHELMINA, kapt. M. Spreeuw, naar Suriname; WAVE, kapt. J. Kelly, naar Boston; PROTECTION, kapt. F. Williams
Amsterdamsche Courant 26 mei 1826114
Texel, 24 mei. ….Uitgezeild: JONGE JAN, kapt. M.P. van der Zee, naar Londen; OCEAN, kapt. C. Stiebold, naar Nerva. Uit de quarantaine ontslagen kapt. Douwes, gisteren binnengekomen, heeft op 30 april op 48 gr. noorderbreedte, 07 gr. 82 min. west van Greenwich, gezien een schip, met Antwerpen No. vlag 85, zijnde kapt. F. Hoed, van Antwerpen en op 7 mei bij Goudstaart (opm: Start Point), kapt. M. Spreeuw, van Amsterdam naar Suriname, beide in goede staat.
Amsterdamsche Courant 12 juli 1826 114
Te Suriname zijn aangekomen: den 27 mei, THE REGENT, kapt. J. Morris, van Rotterdam, in 23 dagen: DE KOLONIST, kapt. L. Wildschut, van Amsterdam; den 30 mei: JOANNES ARNOLDUS, kapt. P.J. Kerkhoven, WILHELMINA, kapt. M. Spreeuw en ARGYLE, kapt. D. Spreeuw, alle drie van Amsterdam. – Den 15 mei zijn van daar gezeild: MARGARETHA JOHANNA, kapt. A.A. Herman, naar Amsterdam; en PARAMARIBO, kapt. W. Turnbull, naar Rotterdam.
Rotterdamsche Courant 15 augustus 1826114
Amsterdam, 13 augustus. Scheepvaartberichten:
- Kapitein W. Groen, in Texel binnen, van Suriname, is den 16 juni van daar gezeild, ook zou den 30 dito van daar zeilen het schip DE KOLONIST, kapt. L. Wildschut, en medio juli het schip WILHELMINA, kapt. M. Spreeuw, beiden naar Amsterdam; voorts bericht hij, den 3 dezer, op de hoogte van Goudstaart (opm: Start Point), in goede staat zeilende, gepraaid te hebben een kof, van Amsterdam naar Bilbao, tonende de vlag van Zeemanshoop, met No. 160, zijnde die van kapt. R.F. Melleman, voerende het schip DE JONGE SIJBRAND.
- Het schip MAESE, kapt. S. Hall, van Rotterdam naar Boston, te Cowes binnen, heeft den 4 dezer de reis voortgezet.
Amsterdamsche Courant 26 augustus 1826114
Texel, 24 augustus. Binnengekomen: WILHELMINA, kapt. M. Spreeuw, van Suriname, dezelve heeft den 31 juli op 38 gr. noorderbreedte en 51 gr. lengte, gepraaid ZORGVULDIGHEID, kapt. J. Hulsen, van Suriname naar Amsterdam; en den 23 augustus voor de Hoofden (opm: Nauw van Calais) gepasseerd HENRIETTE, kapt. J.E. Schneebeeke, van Amsterdam naar Suriname; IKINA WILHELMINA, kapt. J. Vegter, van St. Martin; NORTHAM, kapt. D. Charrosin en ORWELL, kapt. R. Cubitt, beide van Londen.
Niets uitgezeild.
Rotterdamsche Courant 29 augustus 1826114
Amsterdam, 27 augustus. Kapitein M. Spreeuw (opm. schip WILHELMINA), van Suriname in Texel binnen, heeft, den 31 juli op 38 gr. noorderbreedte en 57 gr. lengte, gepraaid het schip DE ZORGVULDIGHEID, kapt. J. Hulsen van Suriname naar Amsterdam, en is den 23 dezer voor de Hoofden (opm: Nauw van Calais) gepasseerd het schip HENRIETTE, kapt. J.E. Schneebeke, van Amsterdam naar Curaçao en Suriname.
Amsterdamsche Courant 31 augustus 1826114
Advertentie. Heden ontving ik het voor mij en de mijnen zo treffend bericht, dat op den 14 juni jl. aan boord van het schip WILHELMINA, gevoerd door kapt. M. Spreeuw, op de rivier de Suriname, is overleden, mijn hartelijk geliefde en veelbelovende oudste zoon, Barend Christiaan, nog geen 16 jaren bereikt hebbende.
Amsterdam, den 25 augustus 1826, M.B. Bögeman
Amsterdamsche Courant 01 september 1826114
Amsterdam, 31 augustus. Gepasseerde schepen door Alkmaar, langs het Groot Noord-Hollandsche Kanaal.
Den 19 augustus, CHARLES AND HENRY, kapt. George Crofft, van Amsterdam naar Charlestown; den 20 dito, THE SPRIGHTLY, kapt. Ormund Smith, van Yarmouth naar Amsterdam, DE TWEE GEBROEDERS, kapt. P.T. Tromp, an Amsterdam naar Londen, THE PIONEER, kapt. H.B. Roze, van Alexandrië (Amerika) naar Amsterdam; den 22 dito, SUZANNA, kapt. F. Lange, (wijlen kapt. Scheider), van Batavia naar Amsterdam; den 23 dito, BRUNSWICK, kapt. John Page, van Amsterdam naar Londen; DE VROUW ELISABETH, kapt. D.J. Duintjer, van Amsterdam naar Hull; den 26 dito, DE COLONIST, kapt. L. Wildschut, van Suriname naar Amsterdam; WILHELMINA, kapt. M. Spreeuw, van Suriname naar Amsterdam; MOZES, kapt. J. Falk, van Drammen naar Amsterdam.
Amsterdamsche Courant 21 oktober 1826114
Texel, 19 oktober. Binnengekomen: ADJUTER, kapt. J. Jonsen, van Drammen. Uitgezeild: WILHELMINA, kapt. M. Spreeuw, naar Suriname; GEBROEDERS ZIJLSTRA, kapt. L.C. de Vries, naar Bilbao; DORP GAASTMEER, kapt. R.S. Visser en VROUW JANTJE, kapt. T.G. Mellema, beide naar Londen; DRIE GEBROEDERS, kapt. J.J. Orre, naar Hull
Amsterdamsche Courant 28 oktober 1826114
Texel, 26 oktober. ….Het schip WILHELMINA, kapt. M. Spreeuw, van Amsterdam naar Suriname, is den 20 oktober te Ramsgate binnengelopen.
Amsterrdamsche Courant 24 januari 1827114
Texel, 21 januari. Uitgezeild: AMALIA ELIZABETH, kapt. C. de Wit, naar de kust van Genua.
Te Suriname zijn aangekomen, de 31e oktober (1826) DE ONDERNEMING, kapt. H. Eeltjes van Middelburg, 19 november (1826) WILHELMINA, kapt. M. Spreeuw, GODEFRIDA, kapt. A. Hansen en de 22e dito DE VEREENIGING, kapt. W. de Boer.
Rotterdamsche Courant 15 maart 1827114
Amsterdam, 13 maart. Volgens brief van kapt. C. Meijer, voerende het schip DE VROUW ANTONIA, van Cette naar Amsterdam, was bij den 4 dezer, des avonds, te Cowes binnengelopen, na met de vreselijkste stormen te hebben geworsteld; hij had omtrent 1 el 4 palmen 1 duim en 6 strepen water in het schip, deszelfs gehele halfdek was ontzet en ging circa 1 palm en 3 strepen over en weer, de kluiverboom en een of twee balken waren gebroken, de kluiver verloren en meer andere schade veroorzaakt. Omtrent denzelven tijd waren aldaar nog zeven schepen binnengelopen, allen in bijna gelijke omstandigheden. Gemelde kapt. C. Meijer was den 7 dezer bezig met lossen, zo als ook de insgelijks te Cowes binnengelopen schepen BETSEY, kapt. H.N. Hener, van Bahia, SOPHIA, kapt. L.H.D. Doorman, van Havannah, beiden naar Hamburg. De schepen CATARINA ANNA HELENA, kapt. F. Groen, DE VROUW CORNELIA, kapt. D. Steenveld, WILHELMINA, kapt. M. Spreeuw, zouden den eersten februari en de schepen SOPHIA MARIA, kapt. G.I. Roperhoff, DE KOLONIST, kapt. L. Wildschut, in dezelfde maand van Suriname vertrekken, allen naar Amsterdam gedestineerd.
Rotterdamscche Courant 20 maart 1827114
Amsterdam, 18 maart. Kapt. M. Spreeuw, in Texel binnen van Suriname, bericht dat den 1 februari van daar gezeild zijn de schepen DE MAASSTROOM, kapt. P.S. Schuil, naar Rotterdam en CATHARINA ANNA HELENA, wijlen kapt. F. Groen en DE KOLONIST, kapt. L. Wildschut, beiden naar Amsterdam, welke laatste door hem gepraaid is den 15 dito op 31 gr. 49 min. Noorderbreedte, 53 gr. 52 min. lengte West van Greenwich, zijnde toen aan boord alles wel…..
Familiegegevens en opleiding
Dirk Tjeerds Visser werd geboren/gedoopt te Hollum op 22 juni 1778/17 februari 1802 als zoon van Tjeerd Dirks Visser en Gelske Jobs. Hij was doopsgezind.
Hij trouwde op 18 januari 1805 te Nieuwendam met Tanneke van der Gouwe, geboren te Philippine p 02 april 1786. Zij werd op 06 maart 1807 lidmaat van de gereformeerde kerk te Hollum met een attest van Vlissingen en weer naar Amsterdam op 01 december 1819. Zij overleed op 19 januari 1847 namiddags 2 uur in de Kleine Kattenburgerstraat 39 te Amsterdam, 60 jaar. Zoon Job werd geboren op 27 mei 1812 op zijn schip de “Neptunus”, gelegen aan de Gelderse Kade te Amsterdam. Tanneke overleed op 18 januari 1847.118
Dirk overleed op 25 september 1835 10 uur ’s morgens in de Kleine Kattenburgerstraat 39 te Amsterdam., 57 jaar. De aangifte werd gedaan door zijn zoon Jacobus Visser003 + Stadsarchief Amsterdam
Ook informatie dd augustus 2008 van fam. Borsch te Ameland.
In een brochure bij een wisselexpositie van de Stichting “de Ouwe Pôlle” te Hollum, 1984 staan brieven van Tanneke Visseer, dd 04 mei 1824 aan haar man en van Dirk Tjeerds Visser dd 27 april 1831 aan zijn vrouw Tanneke. De brief van Tanneke is een lange lofrede op de Heer en bevat weinig belangwekkende informatie.
De brief van Dirk Tjeerds is gedateerd “In zee zeilend tusscchen Wigt en Bevancier met Zuidewind waiend ’s morgens 6 ure 27 apl 1831.” Hij is kennelijk op weg naar huis. Verwijzingen naar andere personen, maar dan met vóórnamen, die ik niet kan traceren.. In de marge van de brief staat een aantekening, kennelijk al in Amsterdam gemaakt met als adres Kleine Kattenburgerstraat Amsterdam.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Dk.Tj.Visser werd met vlagnummer 108 per 08 maart 1825 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein D.Kraijer. Toegevoegd is “overleden” 002.
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 22 februari/01 maart 1825 wordt melding gemaakt van de voordracht/benoeming tot effectief lid van Dirk Tjeerds Visser, oud 46 jaar, wonende in de Kleine Kattenburgerstraat 39. De voordracht was door Dk.Krayer en zijn vlagnummer werd 108023.
Dirk werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop op 11 november 1825. 003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 maart 1833 staat vermeld een: “Brief van Kapit. D.J(?) Visser do 21 Maart berigtende als Supercarga eene reis naar de Havana onder Hannoveraansche vlag te zullen doen”. Met zijn verzoek om Effectief Lid te mogen blijven wordt ingestemd mits hij vooruit betaald.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 oktober 1835 staat een verzoek om uitkering door de wed. D.T.Visser. welke in de vergadering van 08 december 1835 werd toegestaan aan T.van der Gouwe, de weduwe van kapitein Dk.Tj.Visser.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juni 1836 staat een lijst van kapiteins die zijn overleden of die hebben bedankt voor het lidmaatschap. Jaartallen van overlijden of bedanken zijn niet vermeld. Overleden is D.T.Visser042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
108 1825-1826 brik de Havana Packet J.J.Poncelet
1827-1834 brik de Havana Packet J.J.Poncelet & Zn
Bouma025 vermeldt D.T. Visser als gezagvoerder gedurende:
1821 t/m 1835 van de brik “Havana Packet”, gebouwd in 1820, bouwplaats niet vermeld, 140 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zn te Amsterdam.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Dirk Tjeerds Visser op de:
“Aurora”, dd 21 maart 1805 (Pruisische vlag); 07 november 1805 (Pr.); 19 februari 1806 (Pr.);
“Vigilantie”, dd 26 juli 1809 (Papenburger vlag); 31 maart 1810 (Pap.);
“Nepthunis”, dd 21 december 1813;
“Vrouw Dieuwertje”, dd 18 mei 1814; 04 oktober 1814; 26 september 1815; 18 oktober 1816; 12 september 1817; 18 augustus 1818; 31 juli 1819; 23 septmber 1820;
“Havana Packet”, dd 27 november 1821; 19 juni 1822; 15 maart 1823; 29 december 1823; 10 juli 1824; 05 april 1825’; 09 november 1825; 21 juni 1826; 21 juni 1827; 08 maart 1828; 16 maart 1829; 15 juni 1829; 11 maart 1830; 03 december 1830; 10 november 1831; 16 oktober 1833; 08 maart 1834 en 04 februari 1835.
In het Stadsarchief van Amsterdam bevindt zich in inventaris 5081-7148-149 een eigendomsbewijs/rederij-cedule van de smak “Vigilantie, voordien genaamd de “Vrouw Trijntje” (zie bij kapitein Dirk Cornelis de Groot). In dit document wordt gemeld dat dit schip (als “Vrouw Trijntje”?) op 30 juni 1809 door Dirk Tjeerd Visser voor f 2.200,- werd verkocht aan Seemann & Co, reders te Amsterdam. De notaris was E.M.Draper te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Op 30 november 1812 wordt het overdekte kaagschip (bélandre) “Neptune” (64-78/94 ton) voor 1200 Nederlandse zilveren guldens of Frs. 2520 onderhands verkocht door kapitein Dirk Tjeerd Visser te Ameland aan Lourens Veer, koopman te Alkmaar. Kiellegging en tewaterlating van het schip vond plaats te Hasselt. De verkoop passeerd bij notaris Reinier Meijjes te Amsterdam113
In dossier 38-90 een monsterrol dd 21 december 1813 met het kaagschip “Nepthunus”, varend onder Hollandse vlag onder kapitein Dirk Tjeerds Visser. Boekhouder Louwerens Veen te Alkmaar. Bestemming Londen. 4 bemanningsleden de kapitein, stuurman Engel D.Dekker, matroos Klaas H. de Boer en kok Douwe T.Visser, allen van Ameland.011a
Volgens informatie van Tineke Borsch te Ameland (september 2007) blijken Tjeerd en Engel zwagers te zijn en Tjeerd en Douwe broers.
In dossier 38-92 een monsterrol dd 18 mei 1814 van de brik “De Vrouw Dieuwertje”, varend onder Hollandse vlag onder kapitein Dirk T.Visser. Boekhouder: O.de Vries. Bestemming Archangel. 9 bemanningsleden en wel de kapitein, stuurman Arend Oosterbaan van Amsterdam, timmerman, bootsman, kok, 3 matrozen, twee ligtmatrozen (Cornelis K. de Jong en Douwe T.Visser.) 011a
In het Sorgdragermuseum te Hollum, Ameland, is een zwart-wit prent van een kof met in de mast een wimpel waarin de vermelding Reijna Catharina. Dit schip wordt door conservator Pieter Jan Borsch toegeschreven aan Dirk Tjeerds Visser, (1788-1835). Op de prent is geen verdere aanduiding van schilder of kapitein.
Rotterdamsche Courant 07 oktober 1819114
Amsterdam, 5 oktober. Den 31 augustus was op 38 graden 26 minuten N.B. 30 graden 30 minuten west van Greenwich, in de beste staat zeilende het schip de VROUW DIEWERTJE, kaptein D.T. Visser, van Amsterdam naar Havana.
Rotterdamsche Courant 17 januari 1822114
Amsterdam, 15 januari. Volgens brief van kapt. J.R. Bonning, voerende het schip de ZEEMEEUW, van Amsterdam naar Curaçao, in dato 3 januari, was hij toen in goede staat zeilende in het Kanaal bij Dungeness, bij zich hebbende het schip de HAVANA PAKET (opm: brik HAVANNAS PACKET), kapt. D.T. Visser, van Amsterdam naar Havana.
Rotterdamsche Courant 12 september 1822114
Amsterdam, 10 september. Volgens brief van kapt. D.T. Visser, voerende het schip de HAVANA PACKET (opm: brik, de naam in diverse zeebrieven afwijkend geschreven; in de koopakte als HAVANNAS PACKET), van Amsterdam naar Havana, in dato den 13 augustus, was hij toen, na vier weken westelijke winden gehad te hebben, in goede staat zeilende op 27 graden breedte 55 grade lengte west van Greenwich.
Rotterdamsche Courant 02 november 1822114
Amsterdam, 31 oktober. Kapt. D.T. Visser, voerende het schip de HAVANA-PAKET (opm: brik HAVANNAS PACKET), meldt van Havana van den 7 september, dat hij dacht in het laatst dier maand de terugreis naar Amsterdam aan te nemen; aan boord was alles wel.
Familiegegevens en opleiding
Jacobus Visser werd geboren te Hollum op Ameland op 26 december 1810 als zoon van de koopvaardijkapitein Dirk Tjeerds Visser en Tanneke van der Gouwe.
In de huwelijksakte te Amsterdam wordt gemeld dat hij trouwde op 04 oktober 1832 te Amsterdam geboren te Hollum, als zeeman, 21 jaar, zoon van de koopvaardijkapitein Dirk Tjeerds Visser en Tanneke van der Gouw, beiden wonende te Amsterdam met Trijnke Brouwer, geboren te Ameland, wonende te Hollum, zonder beroep, 18 jaar, minderjarige dochter van Gerrit Jacobs Brouwer , landbouwer, en Martje Hendriks, beiden wonende te Hollum . Getuigen bij het huwelijk waren de vader van de bruidegom, 54 jaar, Rinse Jobs, kastenmaker, neef van de bruid, 23 jaar; Krijn Moerman, kantoorbediende, 25 jaar; Johannes Gerardus Polman, tapper, 43 jaar. Allen wonende te Amsterdam..
Volgens een akte op Tresoar werd Trienke Brouwer geboren op 03 juli 1814 te Hollum als dochter van de landbouwer Gerrit Jacobs Brouwer en Martjen Hindriks. ´Voornaam kind in de index vermeld als “Trijnke”, familienaam vader niet vermeld in de akte, maar later vermeld als “Brouwer”
Een andere akte (aangifte op 11 juli 1816 nr. 16) op Tresoar spreekt van de geboorte te Ameland op 10 juli 1816 van Trienke Gerrits, geboren op 10 juli 1816 als dochter van Gerrrit Ages en Maartje Hendriks.
Zij overleed te Amsterdam op 14 september 1876, voormiddags 10 uur in de Kleine Kattenburgerstraat 109, geen beroep, 59 jaar, geboren te Ameland, weduwe van Pieter Hanzen de Boer. (de derde echtgenoot, maar geen kapitein). Haar tweede echtgenoot was kapitein Jan Leendert Stender (zie aldaar).
De leeftijd van 18 jaar bij het huwelijk pleit voor geboortejaar 1814. Maar een overlijden in september 1876 geeft leeftijden van 63 jaar( geboren in 1814) resp. 61 (geboren in 1816).
Volgens Borsch, Hollum, zou Jacobus Visser zijn overleden in 1844 op Cuba en hij zou begraven zijn op 17 augustus 1844 in Regla.
Het is de vraag of hij op het eiland Cuba of of zijn schip ( schoenerkof) “Cuba” is overleden.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Visser werd met vlagnummer 435 per 15 september 1835 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.F.Visser. Als zijn schip is genoemd de “Havana Packet”. Toegevoegd is “overleden” 002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 08/15 september 1835 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jacobus Visser, oud 24 jaar, voerend de brik “Havanna Packet”, wonend in de Kleine Kattenburgerstraat boven nr. 128 te Amsterdam op voordracht van kapitein J.Tj.Visser023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 04 november 1839.003
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 november 1844 vraagt de wed. J.Visser, geb. T. Brouwer om een uitkering. Deze wordt haar in de vergadering van 30 januari 1845 toegekend voor haar en 7 kinderen ingaande 01 november 1844.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1845 staat een lijst van kapiteins die in de periode 1844/45 zijn overleden, waaronde kapitein J.Visser met vlagnummer 322.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 augustus 1854 staat een brief van P.Bijl, de voogd van de kinderen van wijlen kapitein Jacobus Visser.”verzoekende voor Tanneke en Dirk Tjeerd Visser de uitzet of gratificatie volgens art.83…” te mogen ontvangen. Art.83 regelt de uitkering van wezen.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 december 1855 staat een bericht van D.Breukerman, voogd van de kinderen van kapitein Jacobus Visser “de gratificatie of uitzet verzoekende voor Job Tjeerd Visser.042
In de Algemene Vergadering van 03 september 1839 werd een verzoek om ondersteuning behandeld van een aantal bemanningsleden van de “Havana Packet” onder kapitein J.Visser, vanwege de schipbreuk van dat schip. Er werd hun een maand gage toegekend023.
In de Algemene Vergadering dd 11 februari 1845 wordt per 01 november 1844 een uitkering toegekend aan T.Brouwer, de weduwe J.Visser, voor haar en haar 7 kinderen. In de notulen van de Algemene Vergadering dd 03 september 1850 staat de mededeling dat de weduwe van kapitein J.Visser is overleden. De heer P.Bijl, voogd, verzoekt voortaan de uitkering van de 7 kinderen te mogen ontvangen.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
435 1835 brik Havanna Packet J.J.Poncelet & Zn
322 1836-1838 brik Havana Packet idem
1839 geen vermelding van schip en boekhouder
1841-1844 sch.kof Cuba J.J.Poncelet & Zn
In de reeks monsterrollen in het Gemeentearchief van Amsterdam wordt kapitein Jacobus Visser 6 maal vermeld als gezagvoerder van de “Havana Packet”.
Bouma025 vermeldt J.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1836 t/m 1839 van de brik “Havana Packet”, gebouwd in 1820, bouwlocatie niet vermeld, 140 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zn te Amsterdam. Het schip is in 1839 gezonken na stoten bij Cape Look en gezonken;
* 1841 t/m 1844 van de bark-galjoot “Cuba”, gebouwd in 1840 te Alkmaar, 206 ton o.m., varend voor Poncelet & Zn te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen