Nieuwe Zijlen (opm: bij Dokkum), 26 oktober. Den 12 oktober is van hier uitgezeild het smakschip de VROUW SABINA, kapt. Jurrien D. Duijntjer, ledigscheeps naar Groningen om te laden op Londen en op den 14 dito het smakschip de VROUW ELIZABETH, kapt. A.B. Ekkel, ledigscheeps naar Groningen, even eens om te laden op Londen.
Den 15 dito is van hier uitgezeild het smakschip de VROUW GEERTRUYDA, kapt. J.H. Visser, ledigscheeps naar Schiermonnikoog.
Den 16 is van hier uitgezeild het tjalkschip de JONGE AFINA, kapt. R.C. Hazewinkel, ledigscheeps naar Groningen om te laden op Londen.
Den 17 dito is alhier binnen gekomen het tjalkschip NOOITGEDACHT, kapt. Jan Geltes, ledig van Norden naar binnenlands, en het smakschip de JONGE RUURD (opm: JONGE REMPT), kapt. Willem Jacobus Mellema, met balken van Stettin (opm: Szczecin).
Den 20 dito is alhier binnen gekomen het tjalkschip de VROUW CATHARINA, kapt. J.B. Mulder, met Noors hout van Breweck (opm: Brevik, Z. van Porsgrunn).
Den 21 dito is alhier binnen gekomen het tjalkschip de VROUW CATHARINA, kapt. S.W. de Boer, met raapzaad en tarwe van Hannover naar Amsterdam.
Den 25 dito is van hier uitgezeild het smakschip de JONGE REIND (opm: JONGE REMPT), kapt. Willem Mellema, en het tjalkschip de VROUW CATHARINA, kapt. J.B. Mulder, beide naar Groningen vertrokken om te laden op Londen.

Nieuwe Zijlen (opm: bij Dokkum), 16 december. Den 10 dezer is alhier binnen gekomen het tjalkschip de VROUW ANNA, kapt. G.F. Stapper, met vuren en grenen balken van Hamburg, komt binnen met verlies van anker, touw en zeil.
Den 13 dito is alhier binnen gekomen het smakschip de JONGE REMPT, kapt. Willem Jacobus Mellema, met ballast van Londen, gaat opleggen.

Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum). Den 2 april binnen gekomen het smakschip de VROUW ZWAANTJE, kapt. J.K. Hazewinkel, met Noords hout van Arendal.
Den 5 dito uitgezeild het kofschip de VROUW TRIJNTJE (opm: JONGE TRIJNTJE, ex-JUFFER ETTA), kapt. A.B. Visser, met huispannen naar de Oostzee.
Den 10 dito binnen gekomen het tjalkschip de VIER GEBROEDERS, kapt. L.G. Dubblinga, met potaarde van Altona, het smakschip de JONGE REIND (opm: JONGE REMPT), kapt. W.J. Mellema, met Noords hout van Arendal.
Den 13 dito binnen gekomen de smakschepen de BROEDERLIEFDE, kapt. Hendrik J. Karst, met Noords hout van Arendal, de VROUW CATHARINA, kapt. Douwe Pieters, met ballast van Londen naar Noorwegen, klaart in als bijlegger door zeeschade.
Den 14 dito uitgezeild het smakschip de VROUW ZWAANTJE, kapt. Jan K. Hazewinkel, met ballast naar Noorwegen.

Harlingen. Den 15 augustus uitgezeild de schoenerschepen LIVELY, kapt. S. Finch: VICTORY, kapt. Robert Cubitt: HERO, kapt. Wm. Barfield, alle met boter naar Londen.
Den 16 dito binnen gekomen, het kofschip de JONGE SIKKO, kapt. P.A. Visser, met hout van Noorwegen. Uitgezeild de smakschepen, de VROUW JANTJE, kapt. T.G. Mellema, DE VROUW MARGARETHA, kapt. A.E. Pot, met ballast naar de Oostzee.
Den 18 dito binnen gekomen de kofschepen: de VROUW ALIDA, kapt. Jan Klasen: DE VRIENDSCHAP, kapt. C.H. Haverbult; de smakschepen: CONCORDIA, kapt. R. Dik; DE VROUW HENDRIKA, kapt. Jan H. Stuit; de VROUW PETRONELLA, kapt. P.E. de Jong;
de tjalkschepen: DE JONGE JAN, kapt. B.I. Siedses; de GOEDE HOOP, kapt. P.I. de Vries; de HOOP, kapt. W.H. Mulder, alle met hout van Noorwegen. Uitgezeild de kofschepen: JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers; MARTEN EN JAN, kapt. E.R. Krins; het smakschip de VROUW GEERTINA, kapt. J.P. Bossinga, alle met ballast op avontuur.
Den 19 dito binnen gekomen de smakschepen: de JONGE REMPT, kapt. W.J. Mellema; de VROUW CATHARINA, kapt. Jan H. Kappen; de VRIENDSCHAP, kapt. G.H. Smit; het kofschip 3 GEZUSTERS, kapt. T.P. Dijkstra; het tjalkschip de HOOP OP WELVAART, kapt. S.J. van der Meer, alle met hout van Noorwegen.
Den 20 dito binnen gekomen de kofschepen: MERCUUR, kapt. B.S. Hooghout, van Riga; de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk; JOHAN HENDRIK WILHELM, kapt. H. Slehnis; de smakschepen: GESINA CHARLOTTA, kapt. G. van Veen; de VROUW CATHARINA, kapt. N. Jacobs, alle van Noorwegen, beladen met hout. Uitgezeild het smakschip de VROUW MARGARETHA, kapt. Jacob Jans Wever, met ballast naar Noorwegen.
Den 21 dito uitgezeild de schonerschepen WALTER MATTHEWS, kapt. James Mouldon; THE HOPE, kapt. Enos Page, beide met boter naar Londen.

Harlingen den 18 september binnen gekomen, het smakschip DE JUFFER ENA, kapt. R.J. Haverbult, met hout van Noorwegen; het sloepschip WALTER MATTHEWS, kapt. J. Mouldon; het schoenerschip HOPE, kapt. Enos Page, beide met ballast van Londen. Uitgezeild het smakschip DE VROUW GERBERDINA, kapt. H.A. Oldenburger, met ballast naar Noorwegen.
Den 19 dito, binnen gekomen het schoenerschip VIOLET, kapt. Wm. Charrosin, met ballast van Londen; het tjalkschip WILHELMINA, kapt. J. Joosten, met zout van Hamburg. Uitgezeild het schoenerschip SOEBLOMSTEN, kapt. A. Ferman; het tjalkschip DE JONGE SIMON, kapt. D. Qeust, beide met ballast naar Noorwegen.
Den 20 dito, binnen gekomen de kofschepen DE JONGE BEREND, kapt. Berend Roelofs van Wijk, met hennep, potas en ijzer van St. Petersburg; MARIA MAGDALENA, kapt. T.L. Kerkstra, met hout van Dantzig. G.H. Haverbult, met hout van Noorwegen; de smakschepen DE JONGE REMI, kapt. W.I. Mellema. Uitgezeild het schoenerschip VICTORY, kapt. R. Rice; de kofschepen MARGARETHA HENDRIKA, kapt. C.J. van der Veer, beide met haver naar Londen; DE JUFFER TRIJNTJE, kapt. S.A. van der Werf, naar Newcastle; het tjalkschip RIKA, kapt. Jan H. Smid, met haver naar Londen.
Den 23 dito, binnen gekomen een kofschip, kapt. K.P. Faber, met hout van Noorwegen. Uitgezeild het kofschip VRIESLANDS WELVAREN, kapt. Fokke van der Veen, met ballast naar Noorwegen.
Den 24 dito, uitgezeild de schoenerschepen HOPE, kapt. Enos Page; VIOLET, kapt. Wm. Charrosin, beide met ballast naar Londen.

Advertentie. Uit de hand te koop een smakschip, groot 45 roggelasten, gevoerd door schipper W.J. Mellema, liggende voor de Turftorenstraat. Te bevragen bij de havenmeester Wijndels te Groningen. (opm: de zeebrief van de JONGE REMPT werd in april 1828 geretourneerd naar Den Haag omdat het schip zou worden gesloopt)