|
Advertentie. J.H. de Witt en J.E. Lublink, makelaars, zullen op maandag den 29 april 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds-Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: 1. het extraordinair welbezeild Brikschip CHARLOTTA MARIA, kapt. Jacobus Nadort, lang over steven 73 voet, wijd, binnen zijn huid, 21 en 3 vierde voet, hol, in het ruim, 9 en 1 half voet, het dek, hoog aan boord, 5 en 1 half voet, alles Amsterdamse maat; (opm: de CHARLOTTA MARIA, buitenslands gebouwd maar bouwjaar onbekend, mogelijk een voormalig prijsschip, eigenaar Jan Keer, Amsterdam, zie hieronder, is waarschijnlijk verkocht aan een sloper, zie RC 090515 en LCO 140715) 2. het extraordinair welbezeild Smakschip de JONGE BEURSMAN, laatst gevoerd door kapt. Jan Teunis Klein, lang over steven 74 voet, wijd, binnen zijn huid, 15 en 1 half voet, hol, in het ruim, 7 voet 6 duim, alles Amsterdamse maat. Nadere onderrigting bij voornoemde makelaars. (opm: beide schepen – evenals 3/8e aandelen van Jan en Otto Keer van de eveneens geveilde smak OTTO – waren afkomstig uit de boedel van de op 12 oktober 1815 failliet verklaarde Jan Keer, Amsterdam, die werden verkocht in opdracht van de curatoren Dirk Nieuwenhuysen, Everhardus Brink en Hermanus Lem; koper van de JONGE BEURSMAN werd voor NLG 1.125 Douwe Hitman, schipper te Schiermonnikoog; nieuwe naam JONGE MEINSINA; wie de koper van de brik is geworden is niet bekend)
|