Inloggen
Gezagvoerder

Sprik, Albert Reintz

Naam: Sprik, Albert Reintz
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
GRIETINA 1860 Schoenergaljoot Sailing Vessel 15844 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Albert Sprik werd geboren op 09 juli 1837 te Oude Pekela als zoon van de zeeman (later schipper) Reint Jacobs Sprik en Grietje Alberts Tap.

Geen huwelijksakte gevonden en vermoedelijk ongetrouwd gebleven.

Albert Reint Sprik overleed op zee op 11 mei 1870 op 33o 24’ NB./84010’OL als stuurman aan boord van de schoener “Geertje”, met kapitein Jakob Pieter Sterrenbergop reis van Alexandrië naar Falmouth.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.R.Sprik was met vlagnummer 128 in de periode 1861 t/m 1870 effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela.112.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt A.R.Sprik als gezagvoerder gedurende:

  • * 1864 t/m 1869 van de galjoot “Grietina”, gebouwd in 1860 te Pekela, 106 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela;
  •  
  • * 1870 t/m 1873 van hetzelfde schip maar nu varend voor R.J.Sprik te Pekela. Het schip is in 1873 verongelukt. Moet een andere gezagvoerdeer zijn geweeest want Alberrt is in 1870 overleden

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

09 februari 1850, schip “Grietina Hillegina”, kapitein Reint J.Sprik, kajuitwachter AlbertmR.Sprik uit Oude Pekela

03 maart 1852, kof “Grietina”, kapitein Reint Jacobs Sprik, kok Albert Reints Sprik, 14 jaar uit Oude Pekela.

19 februari 1856, schip “Grietina Hillechina”, kapitein Reint J.Sprik, stuurman Albert Sprik uit Oude Pekela.

03 februri 1857, schip “Grietina Hillechina”, kapitein Reint J.Sprik, stuurman Albert Sprik uit Oude Pekela.

01 mei 1860, schip “Grietina”, kapitein Reint J.Sprik, stuurman Albert Sprik uit Oude Pekela.

05 februari 1861, schip “Grietina”, kapitein A.R.Sprik uit Oude Pekela.

 

Nadere bijzonderheden

Overlijdensregister Oude Pekela 1860, aktenummer 102

Brief van het Departement van Marine van 22 okt. 1860 inhoudende:

Koninklijk Consulaat der Nederlanden te Kopenhagen: Tengevolge van het overlijden van kapitein R.R.Sprik, voerende het te Oude Pekela thuishorende schoenergaljootschip “Gritiana”; en van Reimpe Boersma, die, zoals uit de monsterrol blijkt, 41 jaren oud, geboren en wonende te Sneek was en op 17 sept. jl. te Hamburg als matroos werd aangenomen, zijn heden aan het Consulaat verschenen: A.R.Sprik, stuurman, zoon van de kapitein, K.B.Kok, matroos, B.P.Viet, kok, de overblijvende bemanning uitmakende, die verklaard en aangeboden hebben onder ede te bevestigen dat op de 22e van de vorige maand bovengenoemd schip de haven van Hamburg verliet, bestemd naar Riga, met een lading stukgoederen. Dat tot 3 okt. niets buitengewoons voorgevallen was, maar dat om vier uur in de nacht van drie op vier oktober, toen het schip zich in het Kattegat bevond, op enige mijlen afstand van Kullen, onder een hevige storm, een golf de kapitein R.R.Sprik, die toen aan het roer stond, overboord sloeg; dat op zijn hulpgeroep de twee comparanten A.R.Sprik en K.B.Kok en de matroos Reimpe Boersma toesnelden; dat het beide laatsgenoemden gelukte de kapitein te grijpen en hem een ogenblik boven water te houden, totdat een tweede golfslag hem dwong de drenkeling los te laten en hen zelf overboord rukte, dat het alleen de comparant K.B.Kok gelukte weer aan boord te komen, dat men verder niets zag of vernam van de beide andere drenkelingen, dat men wegens de duisternis van de nacht en de hevigheid van de storm er zelfs niet aan denken kon, een poging te doen om hem te redden. Dat na deze treurige gebeurtenis de reis werd voortgezet en dat het schip, na verplicht geweest te zijn het anker te werpen, onder het eiland Hween, op 6 oktober ’s morgens om 10 uur, op de rede van Kopenhagen aankwam, waarna de comparant A.R.Sprik zich onmiddellijk aan land begaf om aan de consul bericht te geven van het voorgevallene. Kopenhagen, 8 okk. 1860.

De initialen R.R.. komen niet in de site “allegroningers” voor. Het schip “Gritiana” wordt niet in Bouma genoemd. Er is overeenkomst met de schepsnaam Grietina en derhalve deze mededeling op deze plaats en ook bij RJ..Sprik vermeld.

 

Provinciale Groninger Courant 13 september 1864114

Elseneur, 6 september. Circa 400 schepen hebben heden uit de Sont de reis naar de Oostzee voortgezet, waaronder de Nederlandse ANTJE VISSER, kapt. De Jonge; EENDRAGT, kapt. Houwink; ALBATROS, kapt. Nobel; HARMONIE, kapt. Mulder; GRIETINA, kapt. Sprik; ANNA ELISABETH, kapt. Schuur; MARGARETHA GEZIENA, kapt. De Groot; CATHARINA, kapt. De Groot Bakker; GEORG, kapt. Mulder; en GEBROEDERS COERKAMP, kapt. Hoeksma.

 

Algemeen Handelsblad 10 april 1865114

Broadstairs, 6 april. De schoener GRIETINA (opm: galjoot, kapt. A.R. Sprik) is op het Goodwin Sand bezet geraakt, doch door verleende hulp in vlot water gebracht.

 

Algemeen Handelsblad 11 april 1865114

Ramsgate, 7 april. De Nederlandse schoener GRIETINA, kapt. Sprik, van Newcastle naar Cadiz, is gisteren op het Goodwin Sand bezet geweest, doch ogenschijnlijk zonder schade afgebracht; ligt bij Broadstairs ten anker. In vorig nr. kortelijk gemeld.

 

NRC 05 februari 1868114

Riga, .. februari. Volgens telegrafisch bericht is het Nederlands kofschip GRETINA (opm: galjoot GRIETINA, kapt. A.R. Sprik), geladen met zaailijnzaad, naar Ierland bestemd, liggende te Bolderaa, door het ijs beschadigd en moet lossen; een gedeelte der lading is beschadigd.

 

Provinciale Groninger Courant 08 februari 1868114

Riga, 3 februari. Het schip GRIETINA, kapt. Sprik, hier met zaailijnzaad voor Ierland beladen, is van het ijs doorsneden en moet lossen. De lading is gedeeltelijk beschadigd.

 

NRC 09 februari 1868114

Bolderaa, 2 februari. Het Nederlands kofschip GRIETINA, kapt. Sprik, geladen met zaailijnzaad, alhier in de baai zeilklaar liggende, is door het ijs lek geworden en genoodzaakt om in de winterhaven verhaald te worden, met vier voet water in het ruim; het zal moeten lossen.